Je moet bij voorkeur het boek gelezen hebben als je mee discussiëren wil. Anderzijds is dit niet absoluut noodzakelijk. Je kan ook louter reageren op hetgeen in het blogartikel staat. Is je nieuwgierigheid daardoor gewekt dan kan je alsnog het boek lezen.
Het boek wordt ook beschouwd als een geschenk van een Boomer aan de generatie jongvolwassenen van vandaag. Jonge en toekomstige ouders leven in een gans andere sociale omgeving als die van de babyboomers van weleer (1945-1955). In de voorbije 70 jaar is er in onze samenleving enorm veel gebeurd. De babyboomers hebben het vastgesteld, het soms ondergaan, maar vooral ook veel oplossingen aangedragen. De sociale samenhang die daarmee bereikt werd is zeer uitzonderlijk en haast niet bestaande in de geschiedenis van de mensheid.
De laatste decennia echter is de wereld volop in verandering gegaan. Vele vanzelfsprekendheden uit de vorige eeuw, de zgn. ‘Heilige Huisjes’ worden in vraag gesteld. De jonge generatie zoekt duidelijk haar eigen weg. Een weg die ze zelf niet voor zichzelf kunnen uitstippelen. De uitdaging is enorm. Daarom ook dat ze ‘houvasten’ zoeken, ankerpunten die hen in geval van twijfel of onzekerheid vaste voet aan de grond bezorgen. Terwijl de babyboomgeneratie in economisch voorspoedige tijden zich nog de methode van ‘trial and error’ kon veroorloven, is die voor de jongvolwassenen van vandaag niet weggelegd. Aan de greep van het kapitalisme in de huidige wereldeconomie ontkomen is een enorme uitdaging. De groep met zwakkeren en armen groeit razendsnel. Met een wereldpandemie er boven op zullen er steeds minder mensen krachtig genoeg zijn om de strijd aan te gaan.
Daarom dat we elk individu zoveel mogelijk steun moeten geven. Dit staat dwars op het idee van de stichters van onze Belgische Sociale Zekerheid. Die beschouwden het kostwinnersgezin als standaard, maar dat is het al lang niet meer. Thans is het ieder voor zich, elk individu staat voor dezelfde uitdaging, maar elk individu staat daarom nog niet met gelijke kansen aan de start van het volwassen leven. Met nog meer ongelijkheid en armoede tot gevolg. Veel denkers hebben dat zien aankomen. Hun toekomstperspectief gaat zo goed als altijd in dezelfde richting: geef elk individu gelijke kansen, belast de allerrijksten en stel het gelukkig leven boven het hebben van (veel) geld. Geef samenlevingen en gemeenschappen eigen ontwikkelkansen en draag zorg voor een gemeenschappelijke grond.
Dat is wat met solidair-individualisme beoogd wordt. Het levert een prettige paradox op: hoe individueler een samenleving is, hoe meer solidair de individuen onder elkaar zijn. Om daar toe te komen vraagt dat een andere organisatie van onze maatschappij. Er moeten nieuwe afspraken komen om beter en vooral gelukkiger samen te leven. Dat vraagt ook een hele mentaliteits-omslag, die wellicht een hele generatie duren zal. Vandaar dat we best met de huidige jonge en toekomstige ouders beginnen. Zij kunnen hun kinderen een beter én gelukkiger leven voorspiegelen. Het mantra dat de volgende generatie altijd rijker moet zijn dan de vorige geldt niet meer, tenzij ‘rijk’ anders gedefinieerd wordt.