20 jaar zelfstudie over ouderschap, armoede en samenleving
Zo’n 25 jaar geleden diende ik wegens een zware depressie mijn zaak op te geven. Na meer dan vier jaar therapie kwam ik in een andere wereld terecht.
Zonder bron van inkomsten (een depressie werd niet als ziekte beschouwd) dook ik in de beroepsstatus bij de dienst Bevolking van de gemeente van ‘rentenier’ (een zelfstandige die stopt zonder ander inkomen) naar ‘man aan de haard’ (vermits ‘huisman’ toen niet bestond).
Spijts hulp van OCMW, VDAB, Koning Boudewijnstichting en vele anderen geraakte ik niet meer aan de bak. Bovendien werd mijn vrouw invalide verklaard. Zo werden we ‘cliënt’ bij de voedselbank. Bovendien werden we geconfronteerd met schrijnende situaties in de Bijzondere Jeugdbijstand. Die stelde ook het Vlaams Parlement vast en het keurde een resolutie goed met niet minder dan 42 verbeterpunten.
Getriggerd door de resolutie probeerden we iets aan onze situatie te doen; al snel bleek dat we niet alleen waren.
Met de hulp van het Trefpunt Zelfhulp richtten we een zelfhulpgroep voor ouders van geplaatste kinderen op. De vele getuigenissen van ouders leidden al snel naar de oprichting van een VZW voor de belangenbehartiging van ouders van kinderen die wegens een handicap of een problematische situatie niet thuis verbleven. We ondervonden dat we moesten opboksen tegen zeer veel vooroordelen die onze maatschappij over zulke ouders heeft. Ook stelden we vast – samen met tal van prominente deskundigen – dat Jeugdhulp en Armoede hand in hand gaan en dat er dus ook een breed maatschappelijk probleem is. Tal van instanties en organisaties, enkele universiteiten en ook toenmalig Minister van Welzijn, Mieke Vogels, schoten ter hulp.
Zo kreeg ik toegang tot allerhande academische en informele kanalen waar de problemen al lang bekend en bestudeerd waren. Het enige wat ontbrak was een initiatief om de problemen ook daadwerkelijk aan te pakken. De VZW Raad van Ouders van de Jeugdhulp organiseerde over haar initiatieven een aantal druk bijgewoonde conferenties en trok zowaar buitenlandse interesse, waardoor ik ook daar op congressen als spreker gevraagd werd. Ik maakte kennis met verschillende buitenlandse academici met ervaring in de problematiek. Ik werd ook uitgenodigd om deel te nemen aan diverse commissies zoals de Ethische Commissie van het Vlaams Welzijnsverbond, het Algemeen Verslag van de Armoede van de Verenigde Naties en de werkgroepen van de Integrale Jeugdhulp. Zo legden we als eerste vereniging de basis voor de latere oudersparticipatie in de jeugdhulp.
Onze initiatieven werden beloond met nominaties voor de Prinses Mathildeprijs en de Prijs Filson Steers Mariman. Van de KULeuven kregen we een Eredoctoraat.
Ondertussen volgde ik op suggestie van professoren van de universiteiten van Antwerpen, Gent en Leuven diverse postacademische vormingen m.b.t. jeugdzorg, opvoeding, armoede en sociale zekerheid. Onderweg maakte ik ook kennis met de idealen van een directe democratie en de vrede.
Het samengaan van de persoonlijke uitdagingen met de problemen van algemeen belang en het voortschrijdend inzicht van de complexe materie, leidden tot het idee over dit boek. Het is er gekomen alweer dank zijn de welwillende medewerking van velen, waarvoor mijn oprechte dank.
*) Ach kind, we bedoelen het goed. Bekwame jongeren in een juridisch doolhof
Wat anderen zeggen ......
Gedurende vele jaren was Marcel een aandachtige deelnemer aan alle activiteiten en projecten van het Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen. Dagen van het Gezin, de opvoedingsbelofte, de Huizen van het Kind – die hij liever als Ouderscentrum had gezien -, gingen niet onopgemerkt voorbij. Marcel was een veel geziene participant, maar daarom niet altijd graag gezien. Zijn onderbouwde kritische tussenkomsten als niet professional werden niet altijd in dank aanvaard. Een luis in de pels, als bewuste burger en grote verdediger van het recht doen aan ouders als eerste opvoeders was hij vaak een wegwijzer voor het werkveld. Mijn bijzondere waardering had en heeft hij en ik ben blij dat hij zijn inspiratie en zijn zoektocht kan bekendmaken via een boek.
Gaby Jennes, voormalig directrice van het Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen, voorzitter van Domo vzw (Door ondersteunen mee opvoeden)
In Het solidair-individualisme laat Marcel De Beukeleer deze grondhouding ook duidelijk zien: het boek is een combinatie van levenservaringen en van zijn voortdurend doorleren, een combinatie van goed beluisteren van wat ervaringsdeskundigen of wetenschappelijke experten te zeggen hebben en zich dan laten horen. Het boek is qua inhoud zeer divers. Het is een collage van verkenningen in diverse domeinen, gaande van filosofie in het algemeen en politieke filosofie in het bijzonder, over ontwikkelingspsychologie en –pedagogiek, financies en fiscaliteit, sociologie en arbeidsbeleid en sociale zekerheid, telkens met eigen conclusies en inzichten en ook vooruitzichten en een toekomstvisie. (Uittreksel uit het voorwoord. Lees het volledige voorwoord.)
Prof. em. dr. Jozef Corveleyn, klinisch psycholoog en psychoanaliticus, KU Leuven.